Voor iedereen die vol ongeduld op een emailtje wacht… het komt eraan, maar graag even geduld! Deze week was (vooral) voorzien om lessen voor te bereiden, maar op 4 dagen, ben ik al 3 keer in het BNH ziekenhuis geweest. Neeneenee, stop, geen paniek, er is echt niks ernstigs, maar we willen het wel allemaal in orde…
3 keer voor Felix dus. De jongen speelt, eet en drinkt, en doet koppig zijn zinnetje alsof er niks aan de hand is. Op zaterdag kreeg hij een paar kleine rode vlekjes naast zijn oor, en zondag werden die een beetje groter, en op zijn buik was er ook een vlekje dat van een muggenbeet ontwikkelde in een groter vlekje, nu zelfs 3cm2. En uit zijn oortje kwam ook weer wat vocht… En dan kwamen er weer wat vlekjes bij – had dat met dat oorvocht te maken, of???
Enfin, om een lang verhaal kort te maken: hij heeft een oorontsteking aan zijn rechteroor (gelukkig geen koorts en ook geen pijn), dus hij krijgt weer antibiotica-siroop en –druppeltjes voor in het oor. Maar we hebben ook heel goed nieuws: het buisje uit het linkeroor is eruit gevallen en het trommelvlies is mooi dichtgegroeid! Het oortje ziet er perfect uit!
Het verhaal van de dermatoloog is nog niet afgelopen. Het meest waarschijnlijke is dat Felix een of andere infectie heeft opgelopen aan zee, van een of andere zeebacterie. We hebben nu 2 soorten crème en over een paar dagen zouden we duidelijke verbetering moeten zien. Ik sprak met de mama van een puber die net voor ons bij de dokter was geweest: die jongen had het afgelopen weekend met vrienden op Koh Samet doorgebracht en was teruggekomen met een rode uitslag onder zijn oksel. Zijn vlekjes waren heel groot geworden, met vochtblazen, en jeukten verschrikkelijk. Wij prijzen onszelf gelukkig dat Felix geen jeuk schijnt te hebben en intussen smeren we zalfjes dat het een lieve lust is…
26 February 2009
25 February 2009
Het gedachte-experiment
Van vorige woensdag tot zondag hebben we vakantie genomen op Koh Chang (letterlijk: Eiland Olifant). In vergelijking met onze uitstap van twee weken geleden was alles een tikje anders, zodat het in zijn geheel een compleet andere ervaring was. In een ander gezelschap naar een ander eiland, met ander vervoer, andere activiteiten, en in een ander soort accommodatie…
Dit keer dus geen granny of tante Charlotte om ons te vergezellen – alleen wij vier! Dit keer niet het kleine Koh Samet, maar Koh Chang, een eiland een beetje verder in de Golf van Thailand. Het is het tweede grootste eiland van Thailand (na Phuket), ligt in een baai van in totaal 52 eilanden, waarvan er een groot aantal onbewoond zijn. Koh Chang zelf is in de laatste vijf jaar ineens waanzinnig ontwikkeld, maar dan vooral de westkust met zijn witte stranden. De oostkust – met ‘maar’ gele stranden met minder fijn zand, en mangrovebossen – is nog relatief ongerept. Het binnenland is een en al jungle… Dit keer namen we ook geen speedboot, maar een heuse ferry! Kan je je dat voorstellen: met de auto op de boot rijden? Casper zijn oogjes schitteren nog bij de gedachte! En Felix vult aan “mmmmbbbbbbbbrrrr”… het motorgeluid van de auto, of van de boot zelf misschien?

Ondanks zin en goede voornemens, zijn we dit keer niet aan snorkelen toegekomen! Wij dachten dat we op vijf dagen gemakkelijk heel wat zouden kunnen doen… niet dus! Wat we dan wel hebben uitgespookt? Heel veel gespeeld in het zwembad, ook met een aantal Nederlandse kindjes, weerom een zandkasteel gebouwd, gepootjebaad in zee, de mangrovebossen bewonderd, geluierd in de hangmat,…



En natuurlijk: belangrijkste evenement van de hele reis: we maakten een lange tocht op de rug van een olifant in het midden van de jungle. Sorry, de foto’s van deze uitstap zijn eigenlijk allemaal mislukt! Toch voegen we er een paar toe om jullie te kunnen laten meegenieten…
Eerst moesten de olifanten in bad! Al mijn jongens waren enthousiast om te helpen, maar als puntje bij paaltje kwam, heeft er maar een de olifant geschrobd…

Felix is nog in het water geraakt – op de arm van papa. Maar toen de olifant zich op zijn zij legde, was het brullen niet meer te stoppen. Casper – die voordien heel veel praat had gehad – was op het badmoment in geen velden of wegen te bekennen. Maar nadien was hij wel weer stoer van de partij en beweerde hij helemaal klaar te zijn om de olifant te wassen… De tocht door het woud was prachtig –ook al was de lucht grijs en hingen er van die mistige regenwolken klaar – maar ging tijdelijk ook gepaard met een oorverdovend orkest! Felix heeft het een half uur lang niet tof gevonden en dat hebben alle levende wezens op Koh Chang geweten… En Felix maar ‘vloeken’ op die ‘malina’, want zo noemt Felix een olifant. (Trouwens, zo noemt Felix alles met een ‘moeilijke’ naam, inclusief broccoli).

En onze accommodatie op Koh Chang? Ik wil de naam nauwelijks vermelden want hij is verschrikkelijk: Funky Hut Resort, terwijl het er helemaal niet Funky is en de bungalows zijn zeker ook geen hutten! (Toen ik aan de nieuwe eigenaars zei dat ze toch echt wel een andere naam moesten zoeken, zeiden ze dat een van hun vorige gasten, een Duitse ‘branding manager’, al net hetzelfde had gezegd… ) Het ‘resortje’ bestond uit een aantal comfortabele bungalows, rond een mooi tuintje direct bij het ‘gouden’ strand. Naast de mangrovebomen stond het half-open restaurant...

Ons logement was dus gelegen aan de oostkant, in een minder populaire baai. Nee, het was er gewoonweg heerlijk rustig – geen druk verkeer van brommertjes en pick-ups, geen supermarktjes of bars of restaurants of volle bungalow resorts... Wilden we toch naar een wit strand, of hadden we zin in pizza, dan waren we in een kwartiertje aan de andere kant (via een kronkelbaan – de enige weg op het eiland – die bovendien prachtige uitzichten opleverde van bossen, kliffen, knalblauwe baaien met eilanddotjes erin)

Op zich was het dus allemaal niks spectaculairs, heel relax, maar het gaf tegelijkertijd wel stof tot nadenken… De eigenaars, Julian en Cheryl, zijn twee vriendelijke Zuid-Afrikanen, die lang in Londen hebben gewoond en gewerkt. En dit resort is hun ‘working retirement’. Ze hadden het vorige zomer overgenomen en na wat herinrichting en reorganisatie openden ze in november. Voor hen is het eigenlijk nog echt allemaal nieuw, ze weten nog niet wat ze mogen verwachten in de zomer, ze staan soms voor verrassingen (zoals alle nieuwe eigenaars vermoed ik, he Sofie en Charlotte?)… oh ja, Julian gaf toe dat het bij momenten toch wel spannend was. Maar ze gingen zo op in hun nieuwe project, en als we hen bezig zagen, kregen we ook al bijna zin om nu met pensioen te gaan ;-0 Ge kent ons, we vinden het wel een heel interessant gedachte-experiment – zouden we ook ooit een B&B of guesthouse openhouden? Hoe dan, en wanneer en vooral ook waar…?!
Zeg, granny en Rob, fantaseren jullie nu ook over Hout Bay?
Dit keer dus geen granny of tante Charlotte om ons te vergezellen – alleen wij vier! Dit keer niet het kleine Koh Samet, maar Koh Chang, een eiland een beetje verder in de Golf van Thailand. Het is het tweede grootste eiland van Thailand (na Phuket), ligt in een baai van in totaal 52 eilanden, waarvan er een groot aantal onbewoond zijn. Koh Chang zelf is in de laatste vijf jaar ineens waanzinnig ontwikkeld, maar dan vooral de westkust met zijn witte stranden. De oostkust – met ‘maar’ gele stranden met minder fijn zand, en mangrovebossen – is nog relatief ongerept. Het binnenland is een en al jungle… Dit keer namen we ook geen speedboot, maar een heuse ferry! Kan je je dat voorstellen: met de auto op de boot rijden? Casper zijn oogjes schitteren nog bij de gedachte! En Felix vult aan “mmmmbbbbbbbbrrrr”… het motorgeluid van de auto, of van de boot zelf misschien?
Ondanks zin en goede voornemens, zijn we dit keer niet aan snorkelen toegekomen! Wij dachten dat we op vijf dagen gemakkelijk heel wat zouden kunnen doen… niet dus! Wat we dan wel hebben uitgespookt? Heel veel gespeeld in het zwembad, ook met een aantal Nederlandse kindjes, weerom een zandkasteel gebouwd, gepootjebaad in zee, de mangrovebossen bewonderd, geluierd in de hangmat,…
En natuurlijk: belangrijkste evenement van de hele reis: we maakten een lange tocht op de rug van een olifant in het midden van de jungle. Sorry, de foto’s van deze uitstap zijn eigenlijk allemaal mislukt! Toch voegen we er een paar toe om jullie te kunnen laten meegenieten…
Eerst moesten de olifanten in bad! Al mijn jongens waren enthousiast om te helpen, maar als puntje bij paaltje kwam, heeft er maar een de olifant geschrobd…
Felix is nog in het water geraakt – op de arm van papa. Maar toen de olifant zich op zijn zij legde, was het brullen niet meer te stoppen. Casper – die voordien heel veel praat had gehad – was op het badmoment in geen velden of wegen te bekennen. Maar nadien was hij wel weer stoer van de partij en beweerde hij helemaal klaar te zijn om de olifant te wassen… De tocht door het woud was prachtig –ook al was de lucht grijs en hingen er van die mistige regenwolken klaar – maar ging tijdelijk ook gepaard met een oorverdovend orkest! Felix heeft het een half uur lang niet tof gevonden en dat hebben alle levende wezens op Koh Chang geweten… En Felix maar ‘vloeken’ op die ‘malina’, want zo noemt Felix een olifant. (Trouwens, zo noemt Felix alles met een ‘moeilijke’ naam, inclusief broccoli).
En onze accommodatie op Koh Chang? Ik wil de naam nauwelijks vermelden want hij is verschrikkelijk: Funky Hut Resort, terwijl het er helemaal niet Funky is en de bungalows zijn zeker ook geen hutten! (Toen ik aan de nieuwe eigenaars zei dat ze toch echt wel een andere naam moesten zoeken, zeiden ze dat een van hun vorige gasten, een Duitse ‘branding manager’, al net hetzelfde had gezegd… ) Het ‘resortje’ bestond uit een aantal comfortabele bungalows, rond een mooi tuintje direct bij het ‘gouden’ strand. Naast de mangrovebomen stond het half-open restaurant...
Ons logement was dus gelegen aan de oostkant, in een minder populaire baai. Nee, het was er gewoonweg heerlijk rustig – geen druk verkeer van brommertjes en pick-ups, geen supermarktjes of bars of restaurants of volle bungalow resorts... Wilden we toch naar een wit strand, of hadden we zin in pizza, dan waren we in een kwartiertje aan de andere kant (via een kronkelbaan – de enige weg op het eiland – die bovendien prachtige uitzichten opleverde van bossen, kliffen, knalblauwe baaien met eilanddotjes erin)
Op zich was het dus allemaal niks spectaculairs, heel relax, maar het gaf tegelijkertijd wel stof tot nadenken… De eigenaars, Julian en Cheryl, zijn twee vriendelijke Zuid-Afrikanen, die lang in Londen hebben gewoond en gewerkt. En dit resort is hun ‘working retirement’. Ze hadden het vorige zomer overgenomen en na wat herinrichting en reorganisatie openden ze in november. Voor hen is het eigenlijk nog echt allemaal nieuw, ze weten nog niet wat ze mogen verwachten in de zomer, ze staan soms voor verrassingen (zoals alle nieuwe eigenaars vermoed ik, he Sofie en Charlotte?)… oh ja, Julian gaf toe dat het bij momenten toch wel spannend was. Maar ze gingen zo op in hun nieuwe project, en als we hen bezig zagen, kregen we ook al bijna zin om nu met pensioen te gaan ;-0 Ge kent ons, we vinden het wel een heel interessant gedachte-experiment – zouden we ook ooit een B&B of guesthouse openhouden? Hoe dan, en wanneer en vooral ook waar…?!
Zeg, granny en Rob, fantaseren jullie nu ook over Hout Bay?
14 February 2009
Grote Smurf en de zwembadkabouter
Ik geloof dat iedere zichzelf respecterende internationale school in Bangkok een International Day heeft. Caspers school heeft er voor de zekerheid een hele week van gemaakt! De eerste dag moest Casper in nationale klederdracht komen… Dat werd dus een zwarte broek met rode polo… dat lijkt toch tenminste een beetje op een Rode Duivel? Een andere dag werkte zijn klas rond het thema Canada en dus moest hij in rood en wit gekleed. Vandaag was de lunch een internationaal buffet. ’t Zag er delicieus uit: samosa’s en jalebi’s (oh nostalgie!) uit India, een heel uitgebreid aanbod aan Thais, Japans en Koreaans (mmm, heerlijke bulgogi en kimchi!), de tafel van de US had popcorn en hot dogs en donuts, Canada pannenkoeken met maple syrup, Australie had taarten en ‘fairy bread’, maar er was ook Italiaanse spaghetti, Franse salami en quiches en crepes…De Belgische inbreng bestond uit wafels en chocola (net uit de valies van granny en tante Charlotte!) Geweldig om te zien wat voor ‘voedzame’ selectie al die kinderen maakten aan het buffet :-) Achteraf mochten de mama’s en papa’s die mee hadden geholpen, ook meesmullen…
In de loop van de International Week moest Casper ook iets typisch van zijn thuisland meebrengen. Na wat hoofdbrekerij toch een inval gekregen: het Delhaize-stickeralbum van de Smurfen! Hoewel Casper eerst kwaad was geweest – het boek mocht absoluut niet mee naar school, stel je voor dat iemand het zou afpakken – was hij ‘s avonds zo fier als een gieter. Hij had tijdens ‘circle time’ rechtgestaan in de klas en had aan zijn klasgenootjes moeten vertellen welke Smurf hij de mooiste vond en waarom. En bij de gedachte alleen al begon hij weer hartelijk te giechelen: “hihihi Miss Sylvie en Miss Mammia hihihi kunnen dat niet goed zeggen hihihi ‘grote smurf’! Die zeggen ‘papa smurf’ hihihi”… Hilariteit! En ja, ook de juffen bevestigden dat het een heel grappig moment was geweest – Casper die hen – vrijwel tevergeefs – een en ander had proberen te smurfen…
Aksel in India, dat betekent ook dat heel deze week Felix mee naar Caspers school ging. Daar hoort trouwens een tussen-haakjes bij voor opa en nanny. Totnogtoe wilden onze mannen alleen hun Sesamstraat-tasje meenemen, de rugzak-met-Mickey-Mouse-of-Sylvester diende enkel om even mee rond te lopen in huis, maar niet om ergens mee naartoe te gaan. Tot dinsdagochtend! Ineens, zomaar, grote crisis, moest alles uit de gewone tassen in de rugzakken, anders konden we niet vertrekken. En zodoende lopen er nu elke dag in Bangkok twee kaboutertjes rond met een grote, rode rugzak, en met elke stap huppelen de beentjes van een Mickey Mouse en een Sylvester mee… Hilarisch! We hebben nog meer bekijks dan anders!
En dus na de stop in Saint Andrews (waar alles koek en ei is, tot Felix Ms Maria of Ms Sylvie in het oog krijgt, want dan zet hij het op een brullen; intussen tot groot jolijt van die twee, want het is zo’n komische situatie, elke dag opnieuw exact hetzelfde scenario) wandelen Felix en ik naar de crèche… Fillieke gedraagt zich dan echt als een meneerke, flink stappen, hoofdje scheef als hij iets wil zeggen, druk knikken, waaien naar de meisjes, alles willen benoemen – met een duidelijke voorkeur voor transportmiddelen (‘bbsssj’, ‘taasi’,‘bomme’ en ‘teeiin’), wijzen naar de lift (toch niet de trap nemen voor een volledige verdieping??), zelf op het juiste knopje duwen, bellen aan de deur, kusje bij het afscheid, terwijl hij zelf zijn sandalen uitprutst…
Voor zover ik zijn juf begrijp – maar dat is allemaal heel relatief en ik moet toegeven dat mijn woordenschat in het Thais op dat vlak eerder beperkt is ;-) – gaat de toilettraining nogal goed. Ik durf toch enige reserves te hebben! Ik heb er geen idee van wanneer ze hem precies een broekje aandoen (we gaan – toch wel! – ‘s morgens met een pamper aan), maar ’s avonds is hij regelmatig uitgedost in een crèche-outfit (ondanks de reservesetjes in zijn rugzak). En toen ik merkte dat – na een net succesvol uitgevoerde pitstop – het voelen van water voor Felix toch onmiddellijke consequenties heeft (onderweg naar huis bij de visjes…) zijn we ook weer helemaal overgeschakeld op de authentieke zwemluiers…
Jaja, zwemmen… Felix krijgt er niet genoeg van! Ziet hij zijn zwembroek, of zijn bandjes, of zijn brilletje… hij is niet meer te houden, begint zich ter plaatse om te kleden. Hij trekt mij mee naar mijn badpak en hij staat – letterlijk – te schudden van ongeduld. Meneer springt in het water – met of zonder bandjes aan – ondiep of diep, maakt allemaal niet uit. Tante Nessie, Felix is een zeer interessant zwemgeval… hij trappelt zich vooruit, of hij blijft drijven met zijn voeten in de lucht – onderbenen gewoonweg loodrecht op het wateroppervlak! (Intussen maakt Casper indruk, nu hij echt zwembewegingen maakt en eigenlijk al vrij vlot over en weer zwemt (ja, toch wel 'zwemt', er zit al ‘slag’ in) in het diepe bad, of de ringen al snorkelend uit het ondiepe vist!) En als Felix in het zwembad iets brabbelt van “mama, mome.. mome..ming”, betekent dat hem in en uit het water hijsen op het liedje van “poppeke ge moet van de deur afgaan…” en hem ‘heel hard’ in het water ‘laten vallen’ op het einde. Een seconde later zegt die kabouter maar een ding: “nooo”, en dat betekent… inderdaad “nooooog”!
In de loop van de International Week moest Casper ook iets typisch van zijn thuisland meebrengen. Na wat hoofdbrekerij toch een inval gekregen: het Delhaize-stickeralbum van de Smurfen! Hoewel Casper eerst kwaad was geweest – het boek mocht absoluut niet mee naar school, stel je voor dat iemand het zou afpakken – was hij ‘s avonds zo fier als een gieter. Hij had tijdens ‘circle time’ rechtgestaan in de klas en had aan zijn klasgenootjes moeten vertellen welke Smurf hij de mooiste vond en waarom. En bij de gedachte alleen al begon hij weer hartelijk te giechelen: “hihihi Miss Sylvie en Miss Mammia hihihi kunnen dat niet goed zeggen hihihi ‘grote smurf’! Die zeggen ‘papa smurf’ hihihi”… Hilariteit! En ja, ook de juffen bevestigden dat het een heel grappig moment was geweest – Casper die hen – vrijwel tevergeefs – een en ander had proberen te smurfen…
Aksel in India, dat betekent ook dat heel deze week Felix mee naar Caspers school ging. Daar hoort trouwens een tussen-haakjes bij voor opa en nanny. Totnogtoe wilden onze mannen alleen hun Sesamstraat-tasje meenemen, de rugzak-met-Mickey-Mouse-of-Sylvester diende enkel om even mee rond te lopen in huis, maar niet om ergens mee naartoe te gaan. Tot dinsdagochtend! Ineens, zomaar, grote crisis, moest alles uit de gewone tassen in de rugzakken, anders konden we niet vertrekken. En zodoende lopen er nu elke dag in Bangkok twee kaboutertjes rond met een grote, rode rugzak, en met elke stap huppelen de beentjes van een Mickey Mouse en een Sylvester mee… Hilarisch! We hebben nog meer bekijks dan anders!
En dus na de stop in Saint Andrews (waar alles koek en ei is, tot Felix Ms Maria of Ms Sylvie in het oog krijgt, want dan zet hij het op een brullen; intussen tot groot jolijt van die twee, want het is zo’n komische situatie, elke dag opnieuw exact hetzelfde scenario) wandelen Felix en ik naar de crèche… Fillieke gedraagt zich dan echt als een meneerke, flink stappen, hoofdje scheef als hij iets wil zeggen, druk knikken, waaien naar de meisjes, alles willen benoemen – met een duidelijke voorkeur voor transportmiddelen (‘bbsssj’, ‘taasi’,‘bomme’ en ‘teeiin’), wijzen naar de lift (toch niet de trap nemen voor een volledige verdieping??), zelf op het juiste knopje duwen, bellen aan de deur, kusje bij het afscheid, terwijl hij zelf zijn sandalen uitprutst…
Voor zover ik zijn juf begrijp – maar dat is allemaal heel relatief en ik moet toegeven dat mijn woordenschat in het Thais op dat vlak eerder beperkt is ;-) – gaat de toilettraining nogal goed. Ik durf toch enige reserves te hebben! Ik heb er geen idee van wanneer ze hem precies een broekje aandoen (we gaan – toch wel! – ‘s morgens met een pamper aan), maar ’s avonds is hij regelmatig uitgedost in een crèche-outfit (ondanks de reservesetjes in zijn rugzak). En toen ik merkte dat – na een net succesvol uitgevoerde pitstop – het voelen van water voor Felix toch onmiddellijke consequenties heeft (onderweg naar huis bij de visjes…) zijn we ook weer helemaal overgeschakeld op de authentieke zwemluiers…
Jaja, zwemmen… Felix krijgt er niet genoeg van! Ziet hij zijn zwembroek, of zijn bandjes, of zijn brilletje… hij is niet meer te houden, begint zich ter plaatse om te kleden. Hij trekt mij mee naar mijn badpak en hij staat – letterlijk – te schudden van ongeduld. Meneer springt in het water – met of zonder bandjes aan – ondiep of diep, maakt allemaal niet uit. Tante Nessie, Felix is een zeer interessant zwemgeval… hij trappelt zich vooruit, of hij blijft drijven met zijn voeten in de lucht – onderbenen gewoonweg loodrecht op het wateroppervlak! (Intussen maakt Casper indruk, nu hij echt zwembewegingen maakt en eigenlijk al vrij vlot over en weer zwemt (ja, toch wel 'zwemt', er zit al ‘slag’ in) in het diepe bad, of de ringen al snorkelend uit het ondiepe vist!) En als Felix in het zwembad iets brabbelt van “mama, mome.. mome..ming”, betekent dat hem in en uit het water hijsen op het liedje van “poppeke ge moet van de deur afgaan…” en hem ‘heel hard’ in het water ‘laten vallen’ op het einde. Een seconde later zegt die kabouter maar een ding: “nooo”, en dat betekent… inderdaad “nooooog”!
10 February 2009
Sanuk @ Samet
Super-blitz-bezoek van granny en tante Charlotte! Bangkok op drie dagen binnenste buiten keren en alle marktjes en shopping malls afschuimen… (alleen maar hier en daar iets kopen ;-) )… Laat het duidelijk zijn: na zo’n programma is toch iedereen toe aan platte rust!?
Op 2,5 uur rijden en een kwartiertje ‘speedboat’ (heerlijk zoals Casper dat in zijn beste Brits zegt!) ligt Koh Samet, een klein eilandje. In 1981 werd het een nationaal park verklaard, met een binnenland dat nog dichtbegroeid oerwoud is, en waar gibbons, toekans en grote vlinders wonen. De stranden zijn schitterend wit en het water rondom is van een doorzichtig turkoois. De oostkust schijnt de mooiste te zijn, maar bijgevolg ook de drukste. Wij kozen daarom de westkant, het strand van Ao Prao, ook wel gekend als “Paradise Bay”. Al is Koh Samet maar 6 km lang en op zijn breedste misschien maar 2 km breed, wij hebben – behalve ons eigen paradijs – niets meer bezocht!

Vanuit Ban Phe, een vissersdorpje,

met de 'speedboat'...

naar 'Paradise Bay'.

Zand zacht genoeg? Geschikt voor een kasteel? Water juiste temperatuur?
Oh ja hoor, wij hadden plannen om ‘helemaal naar de andere kant’ van Samet te gaan! Maar wij hadden het zo verschrikkelijk druk met genieten!! Watertanden jullie nog niet? Ok, daar gaan we dan…
Na een uitgebreid ontbijt (niks extravagants hoor; onze favorieten waren vers tropisch fruit, lekkere omeletjes, vers gemaakte confituren, decadente pannenkoekjes en warme croissants), moesten we wel even bekomen aan het zwembad. Niet te lang nochtans, want dan was het tij perfect om te gaan kanovaren en te snorkelen… Eigenlijk hebben we niet zoveel verschillende soorten vissen gezien, maar de kleur van het water, de opwinding van het zwemmen tussen de visjes (oh ja, Casper en Felix vonden het tof – al duurde het (tegen onze verwachting in) lang vooraleer Casper effectief het water in durfde!)… dat smaakt gewoon naar meer! Ik zie dat snorkelen al helemaal zitten als verplicht nummer voor een volgende strandvakantie (euhm, wij hadden gedacht aan volgende week?)!

En weg zijn wij...
En de rest van de dag? Oh ook heel druk hoor: zwemmen in het zwembad of in zee, lezen onder het parasolletje, proeven van een verse ananassap en café liégeois, een zandkasteel bouwen, een massage ondergaan, lekker eten…

Er wordt hard gewerkt aan het zwembad...

... en aan het zandkasteel!

Aangespoeld...

Aaaaaaaah, gewoon genieten...
Het was – zoals ik vandaag uitlegde in mijn les Thais – ‘sanuk maak’! Dat betekent zoiets als veel plezier hebben, heel tof vinden, ervan genieten. Voor de Thai is dit ‘sanuk’ veel meer dan een gewoon woord, het is een concept, een levensdevies, en alles moet daarvan doordrongen zijn. En dus hebben wij vorige week ons uiterste best gedaan om ons die Thaise attitude helemaal eigen te maken…

Helemaal 'sanuk'!
Op 2,5 uur rijden en een kwartiertje ‘speedboat’ (heerlijk zoals Casper dat in zijn beste Brits zegt!) ligt Koh Samet, een klein eilandje. In 1981 werd het een nationaal park verklaard, met een binnenland dat nog dichtbegroeid oerwoud is, en waar gibbons, toekans en grote vlinders wonen. De stranden zijn schitterend wit en het water rondom is van een doorzichtig turkoois. De oostkust schijnt de mooiste te zijn, maar bijgevolg ook de drukste. Wij kozen daarom de westkant, het strand van Ao Prao, ook wel gekend als “Paradise Bay”. Al is Koh Samet maar 6 km lang en op zijn breedste misschien maar 2 km breed, wij hebben – behalve ons eigen paradijs – niets meer bezocht!

Vanuit Ban Phe, een vissersdorpje,
met de 'speedboat'...

naar 'Paradise Bay'.

Zand zacht genoeg? Geschikt voor een kasteel? Water juiste temperatuur?
Oh ja hoor, wij hadden plannen om ‘helemaal naar de andere kant’ van Samet te gaan! Maar wij hadden het zo verschrikkelijk druk met genieten!! Watertanden jullie nog niet? Ok, daar gaan we dan…
Na een uitgebreid ontbijt (niks extravagants hoor; onze favorieten waren vers tropisch fruit, lekkere omeletjes, vers gemaakte confituren, decadente pannenkoekjes en warme croissants), moesten we wel even bekomen aan het zwembad. Niet te lang nochtans, want dan was het tij perfect om te gaan kanovaren en te snorkelen… Eigenlijk hebben we niet zoveel verschillende soorten vissen gezien, maar de kleur van het water, de opwinding van het zwemmen tussen de visjes (oh ja, Casper en Felix vonden het tof – al duurde het (tegen onze verwachting in) lang vooraleer Casper effectief het water in durfde!)… dat smaakt gewoon naar meer! Ik zie dat snorkelen al helemaal zitten als verplicht nummer voor een volgende strandvakantie (euhm, wij hadden gedacht aan volgende week?)!
En weg zijn wij...
En de rest van de dag? Oh ook heel druk hoor: zwemmen in het zwembad of in zee, lezen onder het parasolletje, proeven van een verse ananassap en café liégeois, een zandkasteel bouwen, een massage ondergaan, lekker eten…
Er wordt hard gewerkt aan het zwembad...
... en aan het zandkasteel!

Aangespoeld...

Aaaaaaaah, gewoon genieten...
Het was – zoals ik vandaag uitlegde in mijn les Thais – ‘sanuk maak’! Dat betekent zoiets als veel plezier hebben, heel tof vinden, ervan genieten. Voor de Thai is dit ‘sanuk’ veel meer dan een gewoon woord, het is een concept, een levensdevies, en alles moet daarvan doordrongen zijn. En dus hebben wij vorige week ons uiterste best gedaan om ons die Thaise attitude helemaal eigen te maken…
Helemaal 'sanuk'!
Subscribe to:
Posts (Atom)